10 PRINCIPES VOOR HET ONTWIKKELEN VAN STEDELIJKE VERLICHTINGSCONCEPTEN VOLGENS.
De wegen zijn tunnels waar de waarnemers doorheen bewegen. De overeenkomst van de visuele hiërarchie met de functionele hiërarchie, de esthetische en topografische kwaliteit en de oriëntatie in het stratensysteem moeten herkenbaar zijn. De verschillen tussen functionele doorgangswegen en representatieve straten moeten zichtbaar zijn door de verschillende hoogtes van de lichtbronnen, mastafstanden en verhoudingen.
2. PRINCIPES VAN GEVELVERLICHTING
In representatieve centrale delen van steden zouden de gevels van gebouwen daar een subtiele verlichting moeten krijgen tijdens de nachtelijke spitsuren van het verkeer. Herkenbaarheid van het karakter van de stad is een belangrijk kenmerk dat de toeschouwer helpt bij de oriëntatie.
3. PRINCIPES VAN ACCENTUERING
Individuele speciale objecten spelen een zeer belangrijke rol in het creëren van de identiteit van steden. Zo zorgt verticale, koude gebouwverlichting in contrast met horizontale, warme straatverlichting voor een goede leesbaarheid. Historische gebouwen moeten waar mogelijk worden verlicht met armaturen die niet of nauwelijks zichtbaar zijn voor de waarnemer.
4. REGELS VAN DE PLEINEN
Pleinen zijn plaatsen waar straten samenkomen, het stadsleven zich concentreert en er een eigenaardige sfeer heerst. Ze spelen een belangrijke rol in de stedelijke ruimte. Daarom moeten deze pleinen adequaat worden verlicht, in overeenstemming met het gebruik ervan, waarbij rekening wordt gehouden met de omringende substantie, kleine architectuur, vegetatie en kijkrichtingen.
5. PRINCIPES VAN STRAATARCHITECTUUR
De proporties van de rijbaan, de naburige gebouwen samen met elementen die het verkeer afremmen (‘slapende politieagenten’), de vegetatie en de verhouding tussen de breedte van de straat en de hoogte van de ‘bebouwing langs de straat’ bepalen het karakter van de straat. Door deze elementen met licht te accentueren, maken we ze ’s nachts beter waarneembaar en herkenbaar.
6. PRINCIPES VAN WAARNEMINGSRICHTING
Meestal eindigt de observatieas met een typisch, karakteristiek element voor de stad: een decoratief element dat het belang van de plek benadrukt, een element van de nachtelijke structuur van het stadscentrum. Dit element moet ook ’s nachts in scène worden gezet, zodat er visuele communicatie is die het karakter van de stad benadrukt en haar identiteit behoudt.
7. BEGINSELEN VAN EVENREDIGHEID
Het aandeel van straatverlichting in de context van het nachtelijke stadsbeeld is niet alleen afhankelijk van haar functie (gerelateerd aan verkeer), maar ook van de omringende gebouwen en hun architecturale stijl. In het geval van niet-bestaande ontwikkeling zijn voetgangers een belangrijke referentieschaal. In dichtbebouwde gebieden, bijvoorbeeld in bankwijken, waar een proportioneel evenwicht tussen individuen (voetgangers) en hoogbouw en lantaarnpalen onmogelijk is vast te stellen, moeten architecturale stijl en nutsfunctie de leidende principes zijn.
8. HET PRINCIPE VAN NATUURLIJKHEID
Zeer interessante plekken, die het beeld van de stad bepalen, zijn waterlandschappen, gebouwen aan het water, parken met oude bomen, gebieden waar de stad is versmolten met de natuur. Deze natuurlijke situaties zijn tegelijkertijd een afzonderlijk element van de stedelijke ruimte en moeten daarom afzonderlijk worden behandeld in verlichtingsconcepten. Deze gebieden hebben een groot emotioneel potentieel en dragen zo aanzienlijk bij aan de levendigheid en nadruk van de stad, integreren in het nachtelijke imago en benadrukken de identificatie en het regionale karakter.
9. REGELS VOOR HET BETREDEN VAN STEDEN
Om het nachtelijke beeld van het stadscentrum een unieke identiteit te geven, moeten de grenzen ervan worden afgebakend en benadrukt. Na de afschaffing van de verdedigingsmuren in steden en het wegvallen van toegangspoorten zijn er geen duidelijke en zichtbare ingangen meer naar steden. Hier rijst de vraag waar onze steden beginnen. Met zorgvuldige observatie en analyse van het centrum is het mogelijk om in elke stedelijke agglomeratie bepaalde elementen op te merken zoals bruggen, karakteristieke gebouwen of architecturale ingangen die het begin van de stad vormen. Deze elementen moeten worden gekenmerkt door een andere lichtkleur of -intensiteit, en een aangepaste omgevingsverlichting moet worden doorgetrokken tot aan de grenspunten.
10. PRINCIPES VAN HET NACHTELIJKE STADSBEELD
Het nachtbeeld van een stad moet een uniek karakter hebben, een eigen identiteit. Hiervoor is het belangrijk om de karakteristieke elementen van de stad te zoeken en deze met licht te accentueren. Meestal zijn dit erfgoedmonumenten die dienen als pronkstukken van de stedelijke agglomeratie. De picturale representatie van deze kenmerken, het benadrukken van hun vorm, het creëren van een contrast met de omgeving of het benadrukken van de specifieke locatie van het object, zijn hier de belangrijkste regel. Het is belangrijk om compositie in de relatie van objecten tot elkaar niet te onderschatten.